Op 15 augustus herdenken we op verschillende plekken in het land het einde van de Tweede Wereldoorlog in ‘de Oost’. Het is de datum van de Japanse capitulatie en daarmee de dag van de zogeheten Indiëherdenking. Ook is het de week waarin, op 17 augustus, de Indonesische onafhankelijkheid wordt gevierd. We schreven een artikel over deze belangrijke dagen, over de noodzaak van dekolonisatie en de betekenis van vrijheid van elke bezetter.
Waar veel Nederlanders slechts de duistere oorlogsgeschiedenis van het Europese continent kennen, werd er ook aan de andere kant van de wereld een bloedige oorlog gevoerd. De grote aanjager was Japan, dat onderdeel was van een fascistische alliantie met nazi-Duitsland en Mussolini’s Italië. Het Japanse Keizerrijk maakte in de jaren ‘30 en ‘40 tientallen miljoenen doden langs de gehele Aziatische Pacifische kust.
Nederlands-Indië werd ook door de Japanners binnengevallen. In heel Nederlands-Indië kwamen tijdens de oorlog zo’n 4 miljoen mensen om het leven. Ook werden 150.000 mensen in interneringskampen opgesloten onder gruwelijke omstandigheden en tienduizenden vrouwen gedwongen om als ‘troostmeisjes’ te dienen (dwangprostitutie).
De herdenking van deze gruwelen in het voormalig Nederlands-Indië is belangrijk, maar is ook onderwerp van veel conflicterende visies. Zo schreef Reza Kartosen-Wong enkele jaren terug dat de herdenking ‘problematisch’ is, ‘omdat die bevolkingsgroepen uitsluit en de koloniale, raciale hiërarchie in stand houdt’. En ook historica Lara Nuberg schreef in dezelfde krant een oproep tot een inclusieve herdenking. Jeffry Pondaag, voorzitter van Stichting Ereschulden, betoogde al vaker dat bij de Indië-herdenking het perspectief nog steeds koloniaal is en de Indonesische visie wordt genegeerd.
Om deze visies te begrijpen, het belang van herdenken te benadrukken en een dekoloniale kijk te omarmen, duiken we de geschiedenis in.
De gruwelen van de Japanse bezetting
Voordat de Japanners in 1941 begonnen aan de bezetting, lag Nederlands-Indië (zoals de naam al verraadt) onder koloniaal Nederlands bestuur. Hier gold een raciale hiërarchie. Dat betekende dat de mate van Europees bloed bepaalde hoe hoog je op de maatschappelijke ladder stond. Bovenaan de ladder had je de totok’s (de ‘volbloed’ Hollanders), daaronder kwamen de Indo-Europeanen (mensen van ‘gemengde’ komaf) en onderaan stonden de ‘inlanders’ (mensen van inheemse afkomst).
Met de komst van de Japanners, werd niettemin iedereen slachtoffer van de Japanse gruwelen. Witte Nederlanders en mensen van ‘Indo-Europese’ afkomst waren veelal verbonden aan de Nederlandse koloniale macht. Om die reden werden zij in groten getale naar interneringskampen gestuurd. Hier vonden de vreselijkste taferelen plaats, stierven velen van de honger, werden vrouwen slachtoffer van seksueel geweld en veelal mannen slachtoffer van dwangarbeid. Degenen die de kampen wisten te vermijden, maakten vele gruwelen mee buiten de kampen, doordat de Japanners de klopjacht op hen openden.
De nieuwe onderdrukker voerde verder een schrikbewind over de rest van de bevolking. Martelingen, seksslavernij, willekeurige arrestaties, executies en oorlogsmisdrijven waren aan de orde van de dag. Honderdduizenden werden door de Japanners ingezet als dwangarbeiders (romusha’s). Zij werden veelal uit Indonesië ontvoerd om te werken aan Japanse militaire projecten. Onder hen vielen vele doden door mishandeling, slechte omstandigheden en honger.
De Japanse bezetter heeft uiteindelijk, volgens getallen van de Indonesische overheid, 4 miljoen doden gemaakt.
De bevrijding
Toen de Verenigde Staten in augustus 1945 de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki bombardeerden met atoombommen, gaf Japan zich uiteindelijk over. Het einde van eeuwen van koloniale en Japanse bezetting was voorbij en dus riep Sukarno op 17 augustus 1945 de Indonesische onafhankelijkheid uit.
Nederland dacht hier echter anders over en begon gelijk na de oorlog met een poging om Indonesië opnieuw te koloniseren. Hierin deinsde Nederland niet terug voor gruwelijke misdaden en werden zelfs voormalig SS’ers namens Nederland naar Indonesië gestuurd. In de periode tussen 1946 en 1949 zijn meer dan 100.000 dienstplichtigen naar Indonesië verscheept om deel te nemen aan de zogenoemde ‘politionele acties’ tegen de Indonesische onafhankelijkheid. De Nederlandse rekolonisatiepoging bestond uit grove mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden en leidde tot honderdduizend dodelijke slachtoffers.
Veel mensen van ‘Indo-Europese’ afkomst stonden aan de Nederlandse kant, hadden posities of achtergronden in het koloniale leger en waren dus een vijand voor de onafhankelijkheidsstrijd. De dekolonisatieoorlog wordt door een deel van hen wel de ‘Bersiap’ genoemd. Bersiap was het Maleise woord voor ‘wees paraat’ of ‘geef acht!’ en gold tijdens de onafhankelijkheidsrevolutie als strijdkreet van de Indonesische strijders, die aanvallen pleegden op mensen waarvan werd aangenomen dat ze de koloniale verhoudingen wilden herstellen. Vele ‘Indo-Europeanen’ kwamen eind jaren ‘40 en begin jaren ‘50 naar Nederland.
Pas in 1949 maakte Nederland een einde aan haar bloedige pogingen tot rekolonisatie en tekende Nederland de zogeheten ‘soevereiniteitsoverdracht’, waarmee per december 1949 de Indonesische onafhankelijkheid werd erkend.
Dekoloniale kritieken
Op 15 augustus worden elk jaar de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië herdacht. Maar het is duidelijk dat voor een groot aantal mensen de nadruk van de herdenking ligt bij de slachtoffers van de Japanse bezetting met Europees bloed. Er wordt op veel plekken weinig aandacht besteed aan de veel grotere groep slachtoffers van ‘inlandse’ komaf in het toenmalige Nederlands-Indië. Hiermee lijkt de raciale hiërarchie van weleer nog voort te leven in het nu. Het leed van de indertijd 70 miljoen tellende bevolking wordt daarmee achtergesteld, terwijl het hoofdzakelijk gaat over Nederlanders als slachtoffers van de Japanse bezetting.
Omdat de focus ligt op de mensen met (gedeeltelijk) Europees ‘bloed’, zien we bij herdenking ook dat er op een andere manier wordt gekeken naar de periode van de Onafhankelijkheidsoorlog. Waar de herdenking hoort te gaan over de gruwelen van de Japanse bezetting, wordt vaak ook de Bersiap meegenomen en centraal gesteld op die herdenkingen. Hiermee wordt de positie van Nederlandse militairen tijdens de Tweede Wereldoorlog gelijkgesteld aan hun positie ná de oorlog. — Maar is die gelijkstelling wel terecht?
We kunnen allemaal erkennen dat KNIL-militairen gruwelijk zijn behandeld door de Japanse bezetter. Ineens waren de voormalig bezetter en het bezette volk samen slachtoffer van hetzelfde bewind. Maar slachtofferschap sluit daderschap niet uit: zodra de Japanse bezetting eindigde, probeerde Nederland met haar Koninklijk Nederlands-Indiëleger (KNIL) de koloniale bezetting van vóór de oorlog op bloedige wijze te herstellen.
Op verschillende manieren wordt dus op veel Indiëherdenkingen een problematisch en koloniaal perspectief gevolgd. Allereerst is er de instandhouding van de koloniale, raciale hiërarchie door de focus te leggen op slechts de slachtoffers ‘met Europees bloed’. En dan ten tweede worden juist onderdrukkers uit de naoorlogse periode herdacht.
Een waardige, rechtvaardige en dekoloniale herdenking
BIJ1 wenst een waardige, rechtvaardige en dekoloniale herdenking. Zo’n herdenking vraagt om erkenning dat élke bezetter fout was: zowel de Japanse als de Nederlandse. Zo’n herdenking zou ieder slachtoffer van elke bezetting van onze ‘tanah air’ (thuisland) gelijkwaardig moeten herdenken. Zo’n herdenking zou dus juist moeten gaan over de slachtoffers van de Nederlandse rekolonisatie in plaats van haar daders.
BIJ1 vindt het hoog tijd dat we het gesprek beginnen over waarom en wie we precies herdenken en ondersteunt de oproep voor een inclusieve herdenking dus van harte. We kunnen niet de Japanse bezetters veroordelen zonder een kritische blik op de Nederlandse bezetting en poging tot rekolonisatie in de jaren na de oorlog. We moeten het gesprek aan over dader- en slachtofferschap in het Nederlands-Indië en Indonesië van toen; dat oude Indische taboe erop verbreken.
De kritische blik op het voortleven van koloniale structuren en visies gaat voor BIJ1 bovendien over veel meer dan alleen de herdenking. Het gaat over verantwoordelijkheid nemen voor eigen daden en over vrijheid van bezetters in het hier en nu.
17 augustus: vier de vrijheid, neem verantwoordelijkheid, vrijheid van alle bezetters
In Indonesië viert men op 17 augustus de onafhankelijkheid. Het is een datum die nog altijd niet wettelijk door Nederland wordt erkend. BIJ1 pleit ervoor dat Nederland haar verantwoordelijkheid neemt door dit alsnog te doen en de juridische, financiële en ethische gevolgen daarvan te omarmen. 17 augustus is een dag die gaat over vrijheid. En de strijd voor die vrijheid. Vrij zijn van een bezetter.
Naast onze wens voor een waardige, dekoloniale herdenking van de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog, wensen wij alle Indonesiërs Selamat Hari Kemerdekaan. Een fijne Onafhankelijkheidsdag, maar wel met een oproep.
We hopen dat de vieringen van het vrij zijn van onderdrukkers ook leiden tot het besef dat de Indonesische onafhankelijkheid ook weer een gelaagde gebeurtenis is. Waar enerzijds de Indonesische volkeren bevrijd werden, zijn er ook nieuwe onderdrukkingen ontstaan, bijvoorbeeld in West-Papoea.
Daarom wensen wij, in het bijzonder tijdens deze week, de vrijheid voor alle volkeren die daarvoor strijden binnen de Indonesische grenzen. Laat de week van 15 en 17 augustus een dag zijn van solidariteit tegen elke bezetter en een gezamenlijke oproep voor vrijheid.
Gerelateerde artikelen
BIJ1 staat achter Samidoun
De regering heeft aangekondigd stappen te zetten tegen Samidoun. Het kabinet gaat het OM vragen te onderzoeken of Samidoun op de nationale terrorismelijst geplaatst kan worden en poogt de komst van Samidoun-spreker Mohammed Khatib naar Radboud Universiteit te voorkomen Deze stappen passen in een zorgwekkende internationale trend van criminalisering en stigmatisering van pro-Palestijnse geluiden door […]
Lees meerAFGEWEZEN WETSVOORSTEL TRANSRECHTEN
Al sinds 2021 wachten transgender, intersekse en non-binaire personen op de verandering van de wet. Zodat het makkelijker wordt om je genderaanduiding in je paspoort te wijzigen. Om je meest authentieke zelf te kunnen zijn. Dat je daarin erkend wordt. Dat je wordt gezien voor wie je bent. Maar zoals bij iedere uitdaging van de […]
Lees meerDE ROTTERDAMSE WOONVISIE: WONEN IS EEN RECHT!
Wethouder Chantal Zeegers (D66) deelde oktober vorig jaar de eerste versie van ‘de Woonvisie’. Dit is een plan van hoe er in Rotterdam de komende jaren woningen gebouwd gaan worden. Zo wil Zeegers zo’n 7.000 tot 8.000 huizen laten bouwen in Rotterdam (vóór 2026), als eerste stap voor het ‘oplossen’ van de woningcrisis. De geplande […]
Lees meer