Skip to content

Ben jij BIJ1 ?

Kom in actie en doe mee
voor radicale gelijkheid.

DOE
MEE

Visie: Na de komma begint nu


Tijd voor herstel

Op 19 december 2022 bood de Nederlandse regering excuses voor vierhonderd jaar aan kolonialisme en slavernij. Onze kritiek op de excuses en het proces daaromheen publiceerden we diezelfde dag, en kan je hier nog eens teruglezen. Het feit dat die excuses er zijn gekomen, is dankzij de ruimte in het collectieve bewustzijn van Nederland waar nazaten van totslaafgemaakten, Zwarte mensen en anderen uit pre- en postkoloniale groepen keihard voor hebben gewerkt. Maar dat neemt niet weg dat de excuses vooralsnog niet hebben geleid tot concrete maatregelen, plannen en beleidsstukken die juist voor Zwarte mensen, inheemse volkeren en andere pre- of postkoloniale groepen de zware gevolgen van eeuwenlang kolonialisme en slavernij verminderen. Dit terwijl herstelmaatregelen, wat BIJ1 betreft, van nog grotere waarde zijn dan de excuses zelf. 

Want excuses an sich, waar vele andere partijen voor pleitten, zijn voor BIJ1 nooit genoeg geweest. Daarmee onderschatten we niet de symbolische waarde van excuses – het is immers een historisch moment – maar de woorden verliezen hun betekenis als zij niet worden bekrachtigd met concrete maatregelen die de materiële werkelijkheid van nazaten van totslaafgemaakten en andere pre- en postkoloniale groepen verbeteren.

Stappen achter de komma

Vier eeuwen kolonialisme en slavernij laten diepe sporen achter in het heden: de koloniale mindset leeft nog altijd voort in het aanhoudende beeld dat mensen uit de voormalige koloniën en andere mensen van kleur stereotypeert als onbetrouwbaar, lui of onmenselijk. Dat beeld uit zich in overheidsbeleid dat gebaseerd is op wantrouwen in de burger van kleur. Kijk naar het Toeslagenschandaal. Naar het wijdverbreide gebruik van etnisch profileren. Naar het restrictieve en inhumane asiel- en migratiebeleid. Naar discriminatie in de volkshuisvesting of op de arbeidsmarkt. En naar het grove geweld waar vreedzame anti-zwarte pietdemonstranten al decennialang slachtoffer van zijn.

Kolonialisme zit bovendien diep verworteld in onze instituten. Denk aan de rapporten over racisme bij de politie, het ministerie van Buitenlandse Zaken of de IND. Naar visumbeleid rondom Surinamers, het AOW-gat of ongedocumenteerde Surinaamse-Nederlanders.  Tegenwoordig noemen we dat institutioneel racisme. De koloniale en slavernijgeschiedenis geven context aan de term. Het laat zien dat het koloniale en slavernijverleden van Nederland geen afgesloten tijdsperiode is. Geen zwarte bladzijde maar een heel boek dat ook vandaag de dag nog geschreven wordt. In die realiteit zijn erkenning, excuses en vooral herstelmaatregelen een noodzakelijke vervolgstap. 

BIJ1 wil daarom alomvattende en gedegen beleidsplannen die de intersecties erkennen tussen de verschillende soorten problematiek waar nazaten van tot slaafgemaakten mee worden geconfronteerd.

Alles is met elkaar verbonden

Racisme in de zorg: een koloniale erfenis

Neem bijvoorbeeld de gezondheidsproblematiek onder nazaten van tot slaafgemaakten. Chronische ziekten zoals een hoge bloeddruk of diabetes hangen nauw samen met dieet, maar wat in het huidige volksgezondheidsbeleid volledig over het hoofd wordt gezien is dat het dieet van postkoloniale groepen veelal voortkomt uit een geschiedenis van gedwongen armoede. Vierhonderd jaar kolonialisme en slavernij hebben koloniale onderdanen geforceerd tot het overleven op voedselresten; tot het noodzakelijke gebruik van conserveringswijzen die veel zout gebruiken. Bovendien zijn er nog altijd bijsluiters van medicijnen die expliciet vermelden dat het desbetreffende medicijn “minder effectief kan zijn voor gebruikers met een donkere huidskleur” (Lisinopril Teva), terwijl die medicijnen wel worden voorgeschreven door de huisarts. We willen beleid dat erkenning geeft van die geschiedenis, en specifieker gericht is op meer gespecialiseerde zorg. Zorg die niet uitgaat van witte lichamen als de norm, maar die de diversiteit van lichamen, sociaal-economische realiteiten, dieet, geschiedenis, ziektebeelden en symptomen omarmt. One size does not fit all. 

Het is dan ook vanzelfsprekend dat het aanpakken van de gezondheidsproblematiek onder nazaten van postkoloniale gemeenschappen gepaard gaat met het bestrijden van racisme in de zorg. Eeuwenlange ontmenselijking van slaafgemaakten heeft geleid tot het negeren, wegwuiven en bagatelliseren van hun gezondheids – en pijnklachten – een probleem dat we vandaag de dag nog steeds zien. Met name Zwarte nazaten van tot slaafgemaakten, maar ook andere postkoloniale groepen, worden nog altijd niet serieus genomen in de ernst van hun gezondheidsklachten en sneller naar huis gestuurd, met alle gevolgen van dien. 

Op grotere schaal zien we dat terug in de complete nalatigheid van de Nederlandse overheid met betrekking tot het realiseren van gedegen gezondheidszorg en -beleid op Statia, Saba en Bonaire. De Nederlandse overheid verzaakt al jaren in haar gezondheidsplicht tegenover staatsburgers op deze eilanden. De directie Zorg en Jeugd (ZJCN) van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is verantwoordelijk voor het beoordelen van doorverwijzingen naar specialistische zorg wanneer een patiënt bijvoorbeeld een operatie nodig heeft. In de praktijk worden die aanvragen vaak niet beoordeeld op basis van medische noodzaak, maar op basis van bureaucratische haalbaarheid. Zodoende krijgt een Rijksdienst de beslissende stem over welke zorg een patiënt wel of niet ontvangt, terwijl de wet voorschrijft dat dit eindoordeel bij de behandelend arts zou moeten liggen. Het oplossen van de bureaucratische rompslomp, duurzame investeringen in de gezondheidszorg en het ontwikkelen van adequaat bewustzijn over wat het betekent om goede zorg te bieden op een geïsoleerd eiland worden al jaren opzij geschoven.

 

Gezondheid en Koninkrijksrelaties

Zo wordt duidelijk dat de koloniale en slavernijgeschiedenis, omtrent één onderwerp, enorm veel verschillende facetten kent. En dit ene onderwerp – in al haar opzichten – is weer verbonden met de volgende. Het gebrekkige beleid rondom de volksgezondheid van Bonaire, Statia en Saba is namelijk slechts één van de vele duidingen van de ongelijkwaardige relatie binnen het Koninkrijk. Een relatie waarin Nederland aan de ene kant de touwtjes in handen houdt, en Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Statia, Saba en Bonaire aan de andere kant achterblijven met een nog altijd ondergeschikte positie. 

Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (een overeenkomst tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten met regels over de onderlinge verhoudingen en verantwoordelijkheden) kent geen waarborgen voor gelijkwaardigheid en leiderschap van de eilanden. De Nederlandse politiek barst van politici en bewindspersonen die beter denken te weten hoe de eilanden geregeerd kunnen en dienen te worden. Het democratisch deficiet (onder andere het gebrek aan vertegenwoordiging van de eilanden in het Nederlandse parlement) blijft nog altijd bestaan. De Nederlandse regering neemt genoegen met het feit dat de levensstandaard in het Caribische gedeelte van het Koninkrijk drastisch en desastreus lager is dan in Nederland. Niet voor de eerste, noch laatste keer greep de Nederlandse regering internationale crises (zoals de corona pandemie) aan om, via het COHO, hervormingen af te dwingen op de onafhankelijke eilanden (Aruba, Curaçao en Sint Maarten). En op Bonaire, Statia en Saba heeft Nederland nog steeds geen reëel sociaal minimum met bijbehorende uitkeringen en armoederegelingen gerealiseerd. 

 

Koninkrijksrelaties en gestolen grond

De zes eilanden hebben te kampen met sociaal-economische problematiek die we in Nederland niet zouden accepteren. Maar vierhonderd jaar kolonialisme en slavernij hebben ervoor gezorgd dat erbarmelijke levensstandaarden voor Zwarte mensen niet dezelfde gevoelde urgentie creëren als voor witte mensen. En dus blijft armoede, zowel in het Caribische als het Europese gedeelte van het Koninkrijk, één van de grootste uitdagingen waar Zwarte gemeenschappen mee geconfronteerd worden.

Die armoede is op talloze wijze te herleiden naar de slavernij en de afschaffing ervan. Zo schreef voormalig Minister-President van de Nederlandse Antillen, Suzanne Camelia-Römer, aan de Tweede Kamer dat bij de afschaffing van de slavernij in 1863 slaafgemaakten zonder cent op straat werden gezet, terwijl plantage eigenaren vergoeding kregen. Die armoede is van generatie tot generatie blijven bestaan. Ook zijn er op Curaçao gronden ingenomen door de West Indische Compagnie (WIC) die later zijn verkocht aan Nederlandse particulieren of door hen in bezit zijn genomen. En hetzelfde geldt voor de gronden die zijn geroofd van de inheemse Surinaamse bevolking. 

Het ontnemen van deze gebieden heeft een trend in gang gezet waar we vandaag de dag nog steeds de gevolgen van zien: op Curaçao is nog maar 30% van de grond in handen van de overheid, en in Suriname zien inheemse mensen zich nog altijd genoodzaakt te protesteren tegen de continue uitgifte en het beroven van hun leefgebieden. Bovendien zijn inheemse volkeren niet tot nauwelijks meegenomen in het herstelproces, terwijl excuses voor en herstel van de Nederlandse geschiedenis niet kan zonder erkenning van de genocide van inheemse volkeren in Suriname. BIJ1 heeft ook hier voor en achter de schermen aandacht voor gevraagd.

 

Gestolen grond en de publieke ruimte 

BIJ1 wil niet alleen dat deze gronden onteigend en teruggegeven worden, maar dat we deze kwesties ook aangrijpen om ons af te vragen van en voor wie de publieke ruimte toegankelijk is. Wie mag zich op publiek eigendom veilig en gedragen voelen? Wie is er thuis in de omgevingen die ons allemaal toebehoren? Wat voor invloed hebben standbeelden van en straten die vernoemd zijn naar koloniale terreurmisdadigers hierop? 

Wat betekent het om iemand als Piet Hein te verheerlijken middels gedenkstenen, terwijl er op zijn bevel een geheel dorp is uitgemoord op de Molukse Banda-eilanden? En wat zeggen de talloze straatnamen die vernoemd zijn naar Witte (Corneliszoon) de With over de Nederlandse trots omtrent een man die met zijn beruchte hongitochten Molukse eilanden compleet verwoestte? De terreur, mishandeling, ontmenselijking en verwoesting van natuur in ‘De Oost’ wordt nog altijd gemakzuchtig opzij geschoven. De standbeelden en straatnamen van koloniale terreurmisdadigers houden een narratief in stand dat erop blijft aandringen dat vierhonderd jaar kolonialisme zowel positieve als negatieve kanten had. Het is tijd dat we de geschiedenis hervertellen, en het noemen voor wat het was: vier eeuwen waarin economisch gewin belangrijker was dan mensenlevens. En dat is niet veranderd.  

Wat BIJ1 betreft worden deze standbeelden verwijderd uit de publieke ruimte om eventueel in het Slavernijmuseum een nieuwe plek te krijgen, en worden de straatnamen in 2023 nog hernoemd naar anti-koloniale verzetshelden uit de Nederlandse geschiedenis. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Tula, die op Curaçao een opstand leidde tegen de gruwelijkheden van de slavernij. Of Janey Tetary, die in Suriname in opstand kwam tegen de gedwongen arbeid van Hindostanen, Javanen en Chinezen om de plantages winstgevend te houden na de afschaffing van de slavernij. En denk aan Njie Ageng Suhrang of Martha Christina Tiahahu die streden tegen het koloniale bewind van Nederland op Java en de Molukken. 

Deze, en nog duizenden andere verhalen zijn in Nederland onbekend want tot op de dag van vandaag wordt er in ons onderwijs een eenzijdig verhaal verteld over het koloniaal en slavernijverleden. Het is kwalijk dat wij die stukken geschiedenis niet kennen en er niet mee opgroeien. Sterker nog, het is kwalijk dat zij worden verzwegen en actief buitengesloten van ons onderwijs. We verliezen daarmee niet alleen een archief aan verhalen over Zwart, Aziatisch en Melanesisch leiderschap, talent en verzet. We verliezen ook de collectieve herinnering aan wat we als samenleving hebben doorstaan, waar we vandaan komen en hoe die geschiedenis ons heden kleurt. En dit immense tekort aan collectieve kennis over de gruwelijkheden uit deze geschiedenis versterkt het onbegrip en de vijandigheid jegens postkoloniale groepen. Het gebrek aan bewustzijn houdt eeuwenoude koloniale denkbeelden, systemen, racisme en terreur jegens mensen van kleur in stand.

Voorbij de transatlantische slavernij 

Ook in ‘de Oost’ zijn vele mensen slachtoffer geworden van het Nederlands kolonialisme en slavernij, terwijl zij in het gesprek van de afgelopen jaren weinig aan het woord zijn geweest. Gelet op het aantal slachtoffers van het Nederlandse slavernijverleden, bevond (op basis van geschatte cijfers) de helft van hen in voormalig Nederlands-Indië. Historici en critici, waaronder bijvoorbeeld Nancy Jouwe en Reggie Baay, hebben meerdere malen benadrukt dat de slavernij en slavenhandel in voormalig Nederlands-Indië groter waren van omvang dan in de Nederlandse koloniën in ‘de West’. BIJ1 vindt dat ook hier meer en uitgebreider onderzoek naar moet worden gedaan met erkenning, excuses en herstel tot gevolg.

Wat BIJ1 tot nu toe heeft gedaan

Het moge dus duidelijk zijn dat de problemen waar nazaten van slaafgemaakten mee geconfronteerd worden niet op zichzelf staan, maar dat ze met elkaar verbonden zijn. Als veroorzaker en dader, maar vooral ook als hoofdontvanger van alle winsten, is het de verantwoordelijkheid van Nederland om zorg te dragen voor voldoende en structurele financiering van een gedegen pakket aan herstelmaatregelen. BIJ1 heeft in de afgelopen twee jaar verschillende moties, bijdragen en amendementen ingediend om hierop voor te sorteren en BIJ1 zal hierop blijven inzetten. 

Onze aangenomen moties hebben ervoor gezorgd dat er gelden zullen vrijkomen voor onderzoeken naar antikoloniale verzetshelden; dat deze onderzoeken worden geleid door onderzoekers uit de desbetreffende gemeenschappen zelf; en dat de uitkomsten van deze onderzoeken worden verankerd in het onderwijs. De aangenomen moties van BIJ1 hebben ook specifiek aandacht gevraagd voor de emotionele gevolgen van institutioneel racisme, en de manier waarop de trauma’s van het toeslagenschandaal versterkt worden door verschillende vormen van migratietrauma’s. Toen het ministerie van Buitenlandse Zaken rapporteerde uit het wijdverbreide racisme binnen de organisatie, heeft BIJ1 een motie aangenomen gekregen om het welzijn en de veiligheid van medewerkers die racisme ervaren centraal te stellen tijdens de uitvoering van de voorgenomen acties. BIJ1 heeft ervoor gezorgd dat het veranderen van achternamen van nazaten en DNA-onderzoeken gefinancierd worden vanuit de overheid. En de regering zal, naar aanleiding van onze moties, zo snel mogelijk onderzoek doen naar de gevolgen van de klimaatcrisis voor Bonaire, Statia en Saba. Ook zal er worden gekeken naar de mogelijkheden van constitutionele toetsing voor de inwoners van deze drie eilanden

Buiten aangenomen moties hebben we natuurlijk herhaaldelijk gepleit voor herstelbetalingen aan slachtoffers en nabestaanden van kolonialisme en slavernij, maar ook aan de Staat van Indonesië die diens onafhankelijk gedwongen zag af te kopen. Voor het maken van Keti Koti tot nationale feestdag. En voor een ferme uitspraak tegen en verbod op de racistische karikatuur van Zwarte Piet. We hebben keer op keer gevraagd om een volledige AOW voor Surinaamse ouderen in Nederland en het verstrekken van permanente verblijfsvergunningen aan ongedocumenteerde Surinamers. We hebben gepleit voor algehele stop op etnisch profileren, en het kwijtschelden van de schulden die Aruba, Curaçao en Sint Maarten moesten oplopen als gevolg van de liquiditeitssteun tijdens de Coronacrisis. 

In lijn met het CARICOM tienpuntenprogramma heeft BIJ1 amendementen ingediend ter bevordering van een holistische aanpak analfabetisme, en hebben we ons hard gemaakt voor het treffen van maatregelen tegen klimaatracisme, waar het Caribische gedeelte van het Koninkrijk steeds meer slachtoffer van wordt. BIJ1 heeft ook moties ingediend om een Koninkrijksbrede conferentie te organiseren om de kennis over het koloniale en slavernijverleden en haar gevolgen te verdiepen, ter bevordering van Nederlands beleid en koninkrijksbrede gelijkwaardigheid. En een motie om het Zwart Manifest als leidraad te nemen voor beleid tegen anti-Zwart racisme.

Wat BIJ1 tot nu toe heeft gedaan

Het moge dus duidelijk zijn dat de problemen waar nazaten van slaafgemaakten mee geconfronteerd worden niet op zichzelf staan, maar dat ze met elkaar verbonden zijn. Als veroorzaker en dader, maar vooral ook als hoofdontvanger van alle winsten, is het de verantwoordelijkheid van Nederland om zorg te dragen voor voldoende en structurele financiering van een gedegen pakket aan herstelmaatregelen. BIJ1 heeft in de afgelopen twee jaar verschillende moties, bijdragen en amendementen ingediend om hierop voor te sorteren en BIJ1 zal hierop blijven inzetten. 

Onze aangenomen moties hebben ervoor gezorgd dat er gelden zullen vrijkomen voor onderzoeken naar antikoloniale verzetshelden; dat deze onderzoeken worden geleid door onderzoekers uit de desbetreffende gemeenschappen zelf; en dat de uitkomsten van deze onderzoeken worden verankerd in het onderwijs. De aangenomen moties van BIJ1 hebben ook specifiek aandacht gevraagd voor de emotionele gevolgen van institutioneel racisme, en de manier waarop de trauma’s van het toeslagenschandaal versterkt worden door verschillende vormen van migratietrauma’s. Toen het ministerie van Buitenlandse Zaken rapporteerde uit het wijdverbreide racisme binnen de organisatie, heeft BIJ1 een motie aangenomen gekregen om het welzijn en de veiligheid van medewerkers die racisme ervaren centraal te stellen tijdens de uitvoering van de voorgenomen acties. BIJ1 heeft ervoor gezorgd dat het veranderen van achternamen van nazaten en DNA-onderzoeken gefinancierd worden vanuit de overheid. En de regering zal, naar aanleiding van onze moties, zo snel mogelijk onderzoek doen naar de gevolgen van de klimaatcrisis voor Bonaire, Statia en Saba. Ook zal er worden gekeken naar de mogelijkheden van constitutionele toetsing voor de inwoners van deze drie eilanden

Buiten aangenomen moties hebben we natuurlijk herhaaldelijk gepleit voor herstelbetalingen aan slachtoffers en nabestaanden van kolonialisme en slavernij, maar ook aan de Staat van Indonesië die diens onafhankelijk gedwongen zag af te kopen. Voor het maken van Keti Koti tot nationale feestdag. En voor een ferme uitspraak tegen en verbod op de racistische karikatuur van Zwarte Piet. We hebben keer op keer gevraagd om een volledige AOW voor Surinaamse ouderen in Nederland en het verstrekken van permanente verblijfsvergunningen aan ongedocumenteerde Surinamers. We hebben gepleit voor algehele stop op etnisch profileren, en het kwijtschelden van de schulden die Aruba, Curaçao en Sint Maarten moesten oplopen als gevolg van de liquiditeitssteun tijdens de Coronacrisis. 

In lijn met het CARICOM tienpuntenprogramma heeft BIJ1 amendementen ingediend ter bevordering van een holistische aanpak analfabetisme, en hebben we ons hard gemaakt voor het treffen van maatregelen tegen klimaatracisme, waar het Caribische gedeelte van het Koninkrijk steeds meer slachtoffer van wordt. BIJ1 heeft ook moties ingediend om een Koninkrijksbrede conferentie te organiseren om de kennis over het koloniale en slavernijverleden en haar gevolgen te verdiepen, ter bevordering van Nederlands beleid en koninkrijksbrede gelijkwaardigheid. En een motie om het Zwart Manifest als leidraad te nemen voor beleid tegen anti-Zwart racisme.

PETITIE: ONTRAFEL DE VERLOREN ROOTS

Vraag het kabinet om DNA-onderzoek voor nazaten van tot slaaf gemaakten mogelijk te maken op een betrouwbare manier via universiteiten!

DNA PETITIE

Het belang van ervaringsdeskundigheid 

Dit zijn allemaal maatregelen die we niet in een vacuüm uit ons duim zuigen. Alles wat wij doen, bereikt hebben en/of krijgen, komt voort uit een collectief denken, dromen en weten. Niets behoort aan ons alleen. Dat maakt het bedrijven van politiek, waar het vaak meer draait om profilering dan om inhoud, moeilijk. Maar als een politieke partij die voortkomt uit een lange traditie van activisme en grassroots werk, handelen we tot ons beste kunnen naar het bewustzijn dat verandering nooit wordt bewerkstelligd vanuit de politiek, maar dat het van onderop wordt gepusht. En dat het slechts aan ons is om leiding te blijven volgen van hen die het harde werk doen buiten de gebaande paden.

Om die reden hebben we een motie ingediend die de betrokkenheid zal waarborgen van een brede diversiteit aan burgers uit Nederland, Suriname en het Caribische gedeelte van het Koninkrijk bij het bespreken van de stappen achter de komma. BIJ1 staat erop dat de beschikbare middelen, beleidsontwikkelingen en herstelmaatregelen ten goede komen aan directe betrokkenen en nazaten van de tot slaafgemaakten. Want: niets over ons, zonder ons. Dát moet het leidende principe zijn in alles wat we als overheid doen. Dat houdt in dat nazaten van tot slaafgemaakten, Zwarte mensen en andere pre- of postkoloniale groepen tijdig hadden moeten kunnen bijsturen, meeschrijven en meelezen met de inhoud van de middelen, beleidsplannen of herstelmaatregelen. 

Koninkrijksbreed is BIJ1 van mening dat de gelijkwaardige betrokkenheid van het Caribische gedeelte gewaarborgd dient te worden middels een consensus Rijkswet. Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Statia en Saba moeten luid en duidelijk gehoord te worden in het gesprek over de stappen die volgen uit de excuses. Toch horen we na maandenlang vragen stellen nog te weinig over wat de erkenning van vierhonderd jaar aan destructie en slavernij betekent voor het opbouwen van een daadwerkelijk gelijkwaardige relatie tussen de vier landen in het Koninkrijk, en de drie openbare lichamen.

Als parlementaire tak van een brede beweging die zich al eeuwenlang inzet voor radicale gelijkwaardigheid en economische rechtvaardigheid, met name vanuit Zwarte gemeenschappen, zien wij het als onze taak om zowel voor als achter de schermen zoveel mogelijk de geluiden te versterken van waaruit wij voortkomen. Hierin bouwen wij op de schouders van reuzen, uit het verleden én het heden.