Skip to content

Ben jij BIJ1 ?

Kom in actie en doe mee
voor radicale gelijkheid.

DOE
MEE

Onderwijs en wetenschap


01-11-2023
Programma

Dit hoofdstuk kun je ook beluisteren.

Kennis is kracht

BIJ1 staat voor gelijke kansen voor alle leerlingen en studenten. Het mag niet uitmaken wie je bent, hoe je eruitziet, of waar je vandaan komt. Ook het inkomen of de achtergrond van je ouders of verzorgers mogen geen rol spelen. Als je op latere leeftijd een opleiding wilt doen, moet dat mogelijk zijn. Al het onderwijs moet volledig toegankelijk zijn voor leerlingen met een beperking.

BIJ1 staat voor het creëren van inclusief, toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Om gelijke kansen te creëren in het onderwijs moet je niet bezuinigen, maar juist investeren. In alle lagen van het onderwijssysteem werkt ongelijkheid door. Scholen dienen actief verantwoordelijkheid te nemen voor het creëren van een veilige en inclusieve omgeving voor al hun leerlingen. We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door fors meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis. We rekenen af met eurocentrisme of lesmateriaal dat racisme in de hand werkt. We gaan onderadvisering tegen en bevorderen bredere klassen met verschillende schoolsoorten. BIJ1 vindt het belangrijk dat elke leerling en student de ruimte krijgt om eigen talenten en interesses te ontplooien en tegelijkertijd te groeien als mens: of zij nou theoretisch of praktisch opgeleid zijn. Onderwijsinstellingen krijgen daarom meer ruimte voor de begeleiding van leerlingen en studenten bij hun zelfontwikkeling. We herwaarderen beroepen zoals kapper, elektricien en bouwvakker. Daarnaast zullen we meer en structureel investeren in salarissen van leraren.

Voor het creëren van inclusief, toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig onderwijs, strijdt BIJ1 onder meer voor de volgende punten:

Voor betaalbaar en toegankelijk onderwijs

  1. We schaffen het collegegeld af: praktisch, theoretisch en wetenschappelijk onderwijs worden gratis. We voeren de basisbeurs opnieuw in. Deze maken we inkomensafhankelijk, gebaseerd op het inkomen van de student zelf. Studieschulden van de ‘pechgeneratie’ worden kwijtgescholden.
  2. Scholen moeten volledig toegankelijk worden voor leerlingen met een beperking. We maken extra budget vrij voor de ondersteuning van deze leerlingen. We vormen het onderwijs zodanig om, dat zoveel mogelijk kinderen met een beperking deel kunnen nemen aan het reguliere onderwijs.
  3. Op elke vorm van wetenschappelijk, theoretisch en praktisch onderwijs komt een schoolpsycholoog waar studenten met mentale problemen terecht kunnen.
  4. De uitzonderingspositie van private universiteiten verdwijnt. Op termijn vormen we deze om en trekken we ze gelijk met openbare universiteiten.
  5. We schaffen decentrale selectie voor opleidingen als geneeskunde af. Extra-curriculaire activiteiten (welke moeilijk toegankelijk zijn voor velen) zijn dan niet meer van invloed op de toelating tot de opleiding. Door loting toe te passen, creëren we meer kansengelijkheid.
  6. We werken aan toegankelijk onderwijs door het recht op thuisstudie vast te leggen. Ook komt er meer (onafhankelijke) ondersteuning, zodat mensen met een beperking beter naar eigen wensen kunnen studeren, bijvoorbeeld door het faciliteren van online colleges.
  7. We versterken en verbreden praktische opleidingen én er komen meer kleinschalige vakscholen. We maken de toegang tot het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs makkelijker. Bijvoorbeeld door drempels voor werkende mensen weg te nemen en door schakelprogramma’s.

Dekolonisatie en gelijke kansen

  1. We zetten ons actief in om onderadvisering tegen te gaan. De selectie en toetsing van basisschoolleerlingen voor het voortgezet onderwijs moet anders en op een later moment. Advies voor vervolgonderwijs wordt voortaan gebaseerd op een overeenkomst tussen leraar, ouders(s) of verzorger(s) en leerling.
  2. We stimuleren brede brugklassen en scholengemeenschappen met verschillende schoolsoorten (VMBO, HAVO, VWO). Diploma’s in het voortgezet onderwijs moeten gestapeld kunnen worden zonder aanvullende eisen.
  3. Kinderen en jongeren die later instappen in het Nederlandse onderwijs, of jaren onderwijs door omstandigheden moeten missen, krijgen voldoende tijd om Nederlands te leren. Zij mogen ook onderwijsjaren inhalen in schakelonderwijs met maatwerk, zonder beperking in tijd of leeftijd.
  4. Er wordt geen lesmateriaal meer gebruikt waarin een eenzijdig en eurocentrisch verhaal over de geschiedenis wordt gepresenteerd. Scholen stoppen onmiddellijk met het gebruik van lesmateriaal waarin koloniale misdadigers verheerlijkt worden. De slavernij en koloniale geschiedenis krijgen een prominente plek in het lesmateriaal van het basis- en voortgezet onderwijs. Ook besteden we fors meer aandacht aan verzetshelden uit de (voormalige) koloniën en aan prekoloniale culturen. De manieren waarop het koloniale en slavernijverleden doorwerken in het heden, worden structureel besproken in alle lagen van het onderwijs.
  5. Scholen moeten verantwoordelijkheid nemen om een veilige leeromgeving te creëren voor leerlingen van kleur en LGBTQIA+ leerlingen. In samenwerking met ervaringsdeskundigen en professionals, wordt er beleid gevormd om kansenongelijkheid, onderadvisering en discriminatie binnen onderwijsinstellingen tegen te gaan. Er worden middelen vrijgemaakt voor trainingen aan onderwijsinstellingen over racisme, discriminatie en de doorwerking van kolonialisme. Daarnaast wordt het makkelijker voor scholieren en studenten om meldingen te maken van racisme en discriminatie.
  6. We beboeten bedrijven die discrimineren in hun selectie voor stagiairs. Zij worden ook uitgesloten van overheidsopdrachten en subsidies.
  7. De voorschool is gratis voor alle kinderen. We schaffen de vrijwillige ouderbijdrage in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs af. Ook bijles is gratis.

Docenten verdienen beter

  1. We verbeteren de arbeidsvoorwaarden van docenten en ondersteunend personeel: hoger salaris en minder werkdruk.
  2. Op universiteiten wordt zo min mogelijk met tijdelijke contracten gewerkt.
  3. We dichten de loonkloof tussen het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, praktisch onderwijs, theoretisch onderwijs, en wetenschappelijk onderwijs: alle docenten gaan hetzelfde verdienen.
  4. We zorgen voor kleinere klassen en verlichten de administratieve lasten. Zo verlagen we de werkdruk en creëren we meer voorbereidingstijd.
  5. Op Pabo’s en lerarenopleidingen besteden we meer aandacht aan de werkdruk in het onderwijsveld (veroorzaakt door samenleving, schoolbestuur en ouders) en hoe daar mee om te gaan.

Meer waardering, democratie en diversiteit

  1. De overheid werkt samen met hogescholen en universiteiten om de academische vrijheid te waarborgen.
  2. De toegezegde extra gelden voor het hoger onderwijs zijn niet voldoende om de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoerbaarheid voor de medewerkers te waarborgen. Om de (met 25%) gedaalde rijksbijdrage per student weer op peil te brengen is 1,5 miljard nodig. Prioriteiten van de investeringen zijn werkdrukvermindering en het waarborgen van de kwaliteit van ongebonden onderzoek.
  3. Outputfinanciering’ wordt afgeschaft. Het geldbedrag dat onderwijsinstellingen ontvangen, hangt niet langer af van het percentage afgestudeerden. Tijdelijke financiering van onderzoeksinstellingen door middel van beurzen en prijzen creëert perverse prikkels om maar zo veel mogelijk projecten te verzinnen, onafhankelijk van of deze projecten maatschappelijk of wetenschappelijk nut hebben.
  4. We financieren onderzoeksinstellingen structureel, om ervoor te zorgen dat onderzoekers zich op onderzoek kunnen richten dat maatschappelijk of wetenschappelijk nut heeft. De onderzoeksinstellingen hoeven dan niet constant van beurs naar beurs te springen.
  5. Nederland neemt maatregelen tegen uitgeversmonopolies en hoge kosten in de publicatie van wetenschap. Het zogenaamd illegaal distribueren en downloaden van wetenschappelijke publicaties wordt niet bestreden. Om de macht van academische uitgevers tegen te gaan, moet de overheid investeren in gratis ‘open access’, door middel van digitale infrastructuur en internationale lobby.
  6. We stoppen de invloed van de fossiele industrie op onderwijs en onderzoek. 
  7. De overheid maakt extra budget vrij voor kunst- en cultuureducatie. Meer aandacht hiervoor zorgt voor een verbindende werking in lesprogramma’s en draagt bij aan een gezond schoolklimaat. 
  8. Besturen en raden van toezicht in het onderwijs worden democratisch verkozen. Voor hogescholen en universiteiten kan dat bijvoorbeeld met een ‘academische senaat’ als bestuursmodel. Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie en er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs